Jan Schoppers
Senior veldmedewerker en meetnetcoördinator MUS
Met het Meetnet Urbane Soorten (MUS) brengen we de aantallen en de verspreiding van broedvogels in steden en dorpen in kaart. Nederland verstedelijkt in hoog tempo en dat heeft gevolgen voor broedvogels. MUS startte in 2007 en bestaat uit een netwerk van duizenden telpunten in woonwijken, stadsparken en op bedrijventerreinen. Verspreid door het hele land gaan ieder voorjaar ruim duizend vrijwilligers op pad om de aantallen vogels vanaf de telpunten in een zelfgekozen postcodegebied te tellen.
Voor het volgen van de landelijke ontwikkelingen van broedvogels worden de gegevens van MUS gecombineerd met broedvogeltellingen in het buitengebied. Deze informatie wordt gebruikt voor natuurbeleid en -beheer en voor beschermingsdoelen. Voor het groenbeheer in steden is bijvoorbeeld de Stadsvogelindicator op basis van MUS-tellingen ontwikkeld. Ook wordt MUS gebruikt om na te gaan of natuurinclusief bouwen gunstig uitpakt.
In het rapport Broedvogels in Nederland in 2022 zijn de gegevens van dit project samengevat. Aan de hand van teksten per soort, figuren en tabellen vind je snel de achtergrondinformatie die je zoekt. Vrijwilligers die tellingen doen, krijgen het broedvogelrapport jaarlijks toegestuurd.
Download het rapport (pdf)Iedereen met goede kennis van vogelgedrag en -zang van circa 40 algemene stadsvogels kan meedoen. Binnen drie periodes in het voorjaar maak je een ronde langs de 8 - 12 telpunten in je postcodegebied. Tijdens 5 minuten tellen vanaf het telpunt noteer je alle vogels die je ziet en hoort, behalve de overtrekkende vogels zonder binding met het terrein.
MUS hoort bij het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Sovon werkt bij dit project nauw samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).